Hoe wordt de totale oppervlakte berekend?

Delen op:

Om de totale oppervlakte te berekenen moet men de som maken van alle niveau’s van het te verwezenlijken bouwwerk. Voor een ééngezinswoning zal men dus, gaande van de kelder tot en met de zolder, alle oppervlaktes moeten optellen die gelegen zijn tussen de buitenkanten van de buitenwanden. Bij afwezigheid van buitenwanden, moet men een verticale projectie maken van de buitenste contouren van het bouwwerk.

Moeten ook in aanmerking genomen worden om de totale oppervlakte te berekenen:

  • Alle al dan niet aan elkaar palende constructies die deel uitmaken van eenzelfde project. Dit betekent dat terassen, veranda’s, tuinhuisjes, losstaande stalplaatsen,… ook in rekening moeten gebracht worden, voor zover ze deel uitmaken van een zelfde bouwproject.
  • De openingen in de vloer van een niveau (trappen, liftkokers, technische leidingen,…) moeten fictief mee opgeteld worden voor de bepaling van de oppervlakte.

Worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de totale oppervlakte:

  • De dakvlakken die uitsluitend de functie hebben van dakbedekking.
  • De oppervlaktes van de grondwerken die uitgevoerd worden om het bouwwerk te verwezenlijken.

Het is de bedoeling dat aannemers de omliggende graaf en grondwerken niet op een onveilige manier zouden inkrimpen om aldus onder de oppervlaktedrempel te blijven. Vandaar dat deze “ondersteunende” werken, die uitsluitend uitgevoerd worden om de verwezenlijking van het bouwwerk mogelijk te maken, niet in rekening worden gebracht voor het berekenen van de totale oppervlakte.

Bij renovatie- of verbouwingswerken aan een gedeelte van een bestaand bouwwerk, moet slechts rekening gehouden worden met de oppervlakte die verbouwd of gerenoveerd wordt.
Het bouwen en het afbreken van volgende bouwwerken wordt, ongeacht de totale oppervlakte van het bouwwerk, per definitie gelijkgesteld met bouwplaatsen met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500m²:

  • bruggen, tunnels, viaducten;
  • aquaducten, watertorens;
  • torens, pylonen;
  • fabriekschouwen.